Workshop Gilde van Gediplomeerde Parketteurs over meten, weten en herkennen : RLV, DBA en FLO/HEA

Het professioneel leggen van parket zou eenvoudiger moeten zijn dan dat het nu is, maar dat wordt het niet. Dat is de conclusie na de afgelopen workshop van het Gilde op het ROC Midden Nederland in Nieuwegein waarbij het meten van de relatieve luchtvochtigheid (RLV), wettelijke bepalingen voor zelfstandigen (waaronder de wet DBA) en het zo snel mogelijk herkennen of voorkomen van klachten (waarbij kennis van zwevende dekvloeren, afgekort tot FLO, en vloerverwarming, afgekort HEA tot de basiskennis behoort) aan bod kwamen. Ondernemen als zelfstandige parketteur is al lastig in deze tijd, maar vanaf nu beter documenteren is een must.

 

De groep van ongeveer dertig leden en belangstellenden was opgedeeld in drie ploegen om zo de informatie met nog meer aandacht te kunnen opnemen. Jan Willem van der Linden kreeg te horen: waar is jouw blauwe shirt? Tien jaar lang was hij het gezicht voor Stauf in de Nederlandse parketmarkt, onlangs maakte hij de overstap naar Pallmann, onderdeel van het Uzin concern. “Ik was toe aan een nieuwe uitdaging na tien jaar lang alleen de kar te moeten trekken. Nu maak ik deel uit van een fantastisch team en mijn eerste indruk van het bedrijf is echt overweldigend.”

Samen met collega Sebastiaan Hermsen hield Jan Willem als kersverse Technisch Adviseur een presentatie over de meetmethode KRL voor dekvloeren. Deze methode is algemeen geaccepteerd in de Engelstalige landen, is in opmars in Duitsland en geeft een betrouwbare indruk van het restvocht in alle soorten dekvloeren, inclusief magnesiet en anhydriet. Zelfs egalinelagen, die eigenlijk altijd droog horen te zijn, kunnen gemeten worden op de uitwaseming van materiaalmonsters aan de hand van de relatieve luchtvochtigheid (RLV). “Het is een vereenvoudiging van de klassieke CM methode, je hebt geen kennis vooraf meer nodig van de dekvloer en het is eenvoudiger uit te voeren dan een CM meting.” Net als bij CM verzamel je materiaal uit de dekvloer en plaatst deze in een luchtdichte container, maar nu plaats je een meter op de container die niet het percentage restvocht aangeeft maar de RLV in de container.

Aanvulling

Waar bij CM het materiaal in de container wordt fijngemalen met stalen kogels en het dragen van handschoenen en een bril verplicht is om de menging van lichaamsvocht met de meting te voorkomen is dit bij een meting van de RLV niet nodig. “Want je meet een geheel andere waarde. Je vult de container tot de rand met materiaal uit de totale dikte van de dekvloer, deksel erop, even laten staan, meter op het deksel plaatsen en deze leest het percentage vocht dat omhoogkomt uit het materiaal als RLV. Bij een bepaalde waarde weet je: de dekvloer is te nat, niet leggen.”

De KRL-methode is helaas nog niet rechtsgeldig bij geschillen in ons land, dus adviseert Pallmann om het komende jaar beide methoden naast elkaar te gebruiken, ook om te kijken of KRL een goed alternatief is voor CM, dat wel geaccepteerd wordt als maatstaf bij een geschil. “Het is een aanvulling op de CM meting waarvan wij verwachten dat hij deze op termijn kan vervangen. Het grote voordeel is dat je alle materialen kunt meten onder alle omstandigheden omdat je het monster van de dekvloer isoleert van de rest van de omgeving. En echt alle materialen kunnen op deze manier worden gemeten.

Een cementgebonden dekvloer met gips erin kon nooit gemeten worden met CM, met KRL maakt het niet uit: het kan allemaal.” Hij adviseert om net als bij CM een meetplek van een anhydriet dekvloer eerst met diamantpapier te schuren voordat je het monster eruit bikt. Sebastiaan vraagt of de aanwezigen hun werkzaamheden al vastleggen in aanloop naar de Wet Kwaliteitsborging. Het antwoord van Ruud Boom, betrokken bij het opstellen van de nieuwe Legvoorschriften die volgend jaar verschijnen: “Die formulieren worden bijgevoegd aan de Legvoorschriften.”

Ruud wijst ook op de strengere waarden aan restvocht die lijmfabrikanten stellen dan dat de leggers en de experts hanteren. Sebastiaan: “Dat doen we om klachten zoveel mogelijk uit te sluiten. Wanneer jullie 2 procent meten en ons document zegt maximaal 1,8 procent weet je dat je niet moet gaan leggen.” Ruud: “PVC-leveranciers zeggen niets over restvocht in dekvloeren in hun technische bladen.” Sebastiaan: “Daarom moeten jullie zelf altijd meten, je moet weten waar je aan toe bent en het ook aan de klant kunnen tonen waarom je niet kunt gaan leggen.”

De legger moet van tevoren goed de informatie van de leverancier lezen en de producent moet op zijn beurt op tijd aangeven wanneer de waarden van een product veranderen. Jan Willem: “Het is een wederzijds ver- trouwen in de informatie. Het technisch datablad van Uzin wordt altijd van een datum voorzien zodat je weet waar je staat als legger.” Ruud: “Zoek altijd naar het blad met de datum die het dichtst bij jouw legdatum zit. Je staat sterker bij een klacht en het scheelt veel geld. Een vochtscherm aanbrengen is altijd de beste garantie, maar van tevoren altijd restvocht meten.”

 

KRL- container

 

Aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid

Dennis Kosten en Kees Huisman van VLOK (branche- vereniging voor vakmensen met een Vakgroep Parket) vestigden de aandacht op drie zaken waar de zelfstandige parketlegger mee te maken krijgt: De eerdergenoemde Wet Kwaliteitsborging (die ook voor parketleggers als kleine aannemers geldt), de relatie met een zakelijke opdrachtgever (waaraan de Belastingdienst strengere eisen gaat stellen) en de gezondheid van de legger (het regelen van een inkomen bij uitval).

Wat het eerste onderwerp betreft: het aannemen van werk als parketlegger heeft als gevolg dat de aannemer (in dit geval: de parketlegger) tot 10 jaar na het opleveren van het bouwwerk verantwoordelijk blijft voor de staat ervan tenzij de aannemer kan aantonen dat de opdrachtgever zich niet heeft gehouden aan het onderhoudsadvies dat is afgegeven. De discussie of een parketvloer een bouwwerk is of daar deel van uitmaakt loopt nog op dit moment, maar het is raadzaam om nu al alle werkzaamheden aan een vloer schriftelijk en fotografisch vast te leggen en de opdrachtgever voor iedere stap in het legproces te informeren en voor akkoord te laten tekenen.

Want de Wet Kwaliteitsborging geldt al, is er ter bescherming van de consument (opdrachtgever) en legt de bewijsplicht voor juist handelen voortaan bij de aannemer. Vroeger moest de opdrachtgever bewijzen dat de aannemer in gebreke bleef, nu moet de aannemer bewijzen dat hij/zij het proces correct heeft uitgevoerd omdat de opdrachtgever geen expert is. Kees: “Het komt ook voort uit het wegvallen van bouw- en woningtoezicht sinds 1945. Bouwvergunningen werden tijdens de wederopbouw heel snel afgegeven en voor nieuwbouw bestaan bouwvergunningen niet meer, wel de omgevingsvergunning die een nieuwbouwproject kunnen tegenhouden.

De bouwheer moet melden wanneer er gebouwd wordt en het proces na afloop afsluiten via de Wet Kwaliteitsborging. Deze volgorde gaat ook gelden bij verbouwingen van bestaande woningen.” Vanaf 1 januari 2025 moet een aannemer (dus ook een vloerenlegger) aantonen hoe hij/zij heeft gehandeld, dus tussendoor alle handelingen vastleggen en de klant blijven informeren is het devies.

 

 

Dossier opbouwen

Het zijn administratieve handelingen waar een parketlegger niet op zit te wachten maar waar niet onderuit gekomen kan worden. Dennis: “Je bouwt voortaan per klant een dossier op: ik heb dit gecontroleerd, ik heb dat uitgevoerd. In veel gevallen staat in jullie offerte of de bevestiging al exact omschreven wat je gaat doen. Het moet nu alleen nog preciezer en de opdrachtgever moet op de hoogte zijn van alles tijdens de uitvoering om niet achteraf voor een verrassing te komen staan.”

Kees: “De waarschuwingsplicht wordt ook aangescherpt: je moet de klant direct inlichten wanneer er iets niet goed gaat tijdens het werk. Ook al zegt de klant: ga maar door, ik teken er wel voor dat je me hebt gewaarschuwd, dan nog moet je als vakman eigenlijk de voortzetting weigeren. We snappen dat dit gevoelig ligt, de klant zegt immers ja, tot je bij de rechter staat en de klant zegt: de legger had me moeten waarschuwen en dat is niet gebeurd.” Het tijdig waarschuwen moet dan ook schriftelijk gebeuren, bij voorkeur per mail waarop je een bevestiging vraagt.

“Geschreven briefjes raken ineens kwijt, apps lossen op”, zo waarschuwt Kees. “De waarschuwing moet in gewone mensen taal gebeuren, niet in jargon. Dus: de dekvloer is te nat, de parketvloer komt anders bol te staan. Vaktaal wordt niet als heldere waarschuwing geaccepteerd door de rechter. Het geldt ook voor het opstookprotocol en onderhoudsadviezen: formuleren in begrijpelijke taal of de fout ligt bij jou als aannemer.” Dennis: “Dat is het verschil met een zakelijke opdracht: daar kan je in overleg met elkaar de aansprakelijkheid voor de aannemer beperken, bij consumenten kan dat niet. Jij bent vanaf 1 januari aansprakelijk tot 10 jaar na oplevering.”

VLOK helpt de leden bij het opbouwen van een dossier dat door de opdrachtgever wordt ondertekend. Dennis: “Je staat in je recht om een bedrag te rekenen voor het dossier, want je hebt er werktijd in gestopt. Maar als verkoper zou ik zeggen: ik geef het u als service mee, net zoals je dit met ‘gratis’ een fles onderhoudsmiddel doet. Laat het meelopen in een periodiek onderhoudscontract.” Kees: “De opdrachtgever verandert van passieve partij naar de initiatiefnemer van een opdracht volgens de wet. Dus neem zijn of haar verantwoordelijkheid niet over als aannemer van het werk. De gemeente kan nog steeds langskomen voor een bouwkundige controle en de opdrachtgever wijzen op achterstallig onderhoud, zeker wanneer een vloer straks aangemerkt wordt als een bouwwerk.” Dus samengevat: maak werk van een consumentendossier en let op de waarschuwingsplicht vanaf 1 januari 2025. De aanwezige parketleggers rollen met hun ogen: gewoon een vloer leggen en klaar is vanaf nu voorbij.

 

 

ZZP’er of verkapt vast dienstverband?

Het tweede onderwerp van de presentatie van VLOK is de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelatie (DBA). Kort gezegd houdt dit in dat de relatie tussen een ZZ- P’er en een zakelijke opdrachtgever onder een vergrootglas komt te liggen. De wetgever wil af van verkapte vaste dienstverbanden waarbij ZZP’ers bijna uitsluitend voor dezelfde opdrachtgever werken zonder dat er premies worden afgedragen. De controle door de Belastingdienst gaat vanaf 2025 toenemen. De voornaamste valkuilen zijn: de opdrachtgever heeft al werknemers in dienst die hetzelfde werk doen als de zzp’er die wordt ingehuurd (dus moet de opdrachtgever aantonen dat de zzp’er een werknemer tijdelijk vervangt, als tijdelijk extra wordt ingezet of vaardigheden bezit die de eigen werknemers niet hebben), de opdrachtgever zorgt voor zoveel werk dat je geen tijd hebt voor andere klanten (en daarmee kans loopt een verkapt vast dienstverband aan te gaan), de opdrachtgever levert machines en middelen (dus je hoeft zelf geen spullen mee te nemen waarop de Belastingdienst kan zeggen: je bent in vaste dienst) en de opdrachtgever vraagt je een bedrijfsoutfit van zijn bedrijf te dragen (waarmee je de suggestie wekt vast in dienst te zijn).

Deze situaties werden met ongeloof begroet: vaak staan de spullen al klaar op het werk, jij bent alleen maar ingehuurd om te leggen. Soms moet je een shirt van de opdrachtgever aan voor een uniforme uitstraling naar de klant (zeker in een zakelijke omgeving) en moet je ieder keer verantwoorden waarom je een klus aanpakt van een vloerenlegger of zelf een legger inhuurt? Ja dus. Hoe heet de soep wordt gegeten straks staat nog niet vast, maar we zijn gewaarschuwd. Het derde onderwerp, de pensioenopbouw als zelfstandige via de VLOK, is eerder toegelicht.

 

 

Bestek lezen

Onafhankelijk vloeren expert Benno Broen (gewaardeerd columnist van dit magazine) gaf tot slot aan de hand van enkele in beeld gebrachte praktijkvoorbeelden aan hoe het leggen van parket in de praktijk mis kan gaan door verschillende redenen en hoe dit kan worden voorkomen. Benno: “Als je niet openstaat voor verandering dan kan je niks leren. Wees niet bang voor de feedback, of beter nog, de feed forward van anderen. Feedback wordt vaak gezien als iets negatiefs: je had dit en dat anders moeten doen want nu zit je met de gebakken peren. Feed forward is hetzelfde advies maar niet als een verwijt achteraf, meer als een aanmoediging: de volgende keer dat je zoiets tegenkomt zou je dit of dat kunnen doen. Dat is een andere benadering waar iedereen meer aan heeft.”

Hij bijvoorbeeld zien hoe de beschrijving van een dekvloer in een bestek staat vermeld: Eco2Floor, FLO/HEA, 70 mm CW5, vlakheids- klasse 3, F7. De aanwezige parketteurs keken elkaar vragend aan. Benno bood uitkomst: “Eco2Floor is een cementgebonden dekvloer die Hoogovenslak bevat, dus metaalresten. FLO/HEA staat voor floating en heating: zwevende dekvloer met vloerverwarming. 70 mm CW5 betekent de dikte van de dekvloer en de druksterkte, in dit geval standaard. Vlakheidsklasse 3 houdt in maximaal 6 mm hoogteverschil gemeten over 200 cm. F7 is de buig- en treksterkte: 7 Newton per vierkante mm. De volgende keer dat je een bestek ziet weet je waar je rekening mee moet houden en waar je naar kunt vragen bij onduidelijkheid.”

Jan Willem werkt sinds kort voor Pallman

 

Wat Zie Jij?

Vervolgens toonde Benno een aantal voorbeelden uit de praktijk die hij was tegengekomen en vroeg de aanwezigen wat ze zagen op de foto. “Ik wilde het eerste Wat Zie Ik noemen, maar dan ga ik te veel uit van dat ik alles zou weten en dat is niet zo. Dus wat zien jullie?” Hij liet bijvoorbeeld zien hoe het weglaten van een kantstrook leidde tot scheuren in een dekvloer die niet diep genoeg waren opgevuld met epoxy om zware belasting na 4 dagen van het leggen van de dekvloer op te kunnen vangen. “Dit is een Eco2Floor, een bio dekvloer die vrij zou zijn van scheurvorming. Dat is dus niet zo.”

Een ander voorbeeld: een bolstaand massief houten plank die op een oude convectorput blijkt te zijn gelegd. Of een voorbeeld waarbij gips gebonden en cementgebonden dekvloeren door elkaar heen zijn gelegd. Of een tapis vloer met schuurslag die veroorzaakt is door de resonantie van de bandschuurmachine op de zwevende dekvloer tijdens het schuren. “Hiervoor had een schijfmachine moeten worden gebruikt. Ik zeg het niet als verwijt maar als opbouwend advies voor de volgende keer dat je een dergelijke situatie aantreft. Houd de machines altijd schoon, ook tijdens het werken.” Zijn laatste advies op deze leerzame bijeenkomst: “Blijf op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen in het vak. Blijf je goed informeren. Lees alle technische data van de leverancier en ga niet zelf aan de slag zonder je goed voor te bereiden. Wij zijn eigenzinnig en denken het vaak beter te weten. Trap daar niet in.”

Reageren? ingmar@businesscontentmedia.nl

 

Copyright
© 2024/2025  Business Content Media Den Haag. Niets uit dit artikel of deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, elektronisch,  op geluidsband of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever Business Content Media, Vloeren Business Magazine/Parketblad

Dit artikel is verschenen in Vloeren Business Magazine/Parketblad, editie december 2024. Nog geen abonnement of wilt u een abonnement cadeau geven? Mail naar linda@businesscontentmedia.nl voor de meest recente aanbieding